Er lijkt zich een nieuwe hype aan te kondigen in accountantsland: aandacht voor ICT. In reactie op onder meer de recente chatsessie van de NBA (waarbij gebruik werd gemaakt van moderne communicatiemogelijkheden) schreef de voorzitter van de beroepsorganisatie in een blog op accountant.nl dat ‘Eén van de belangrijkste uitkomsten van het digitale debat dat de NBA op 3 april hield was de vaststelling dat de ontwikkelingen in ICT de toekomst van het accountantsberoep nog meer zullen gaan bepalen dan nu al het geval is.’ De opleidingsinstituten doen hernieuwde pogingen om studenten accountancy te doordringen van het nut en belang van audit software in het controleproces. Ook SBR/XBRL lijkt na ruim 10 jaar nu bij een aantal kantoren serieus op de agenda van het vaktechnisch overleg te verschijnen. Een volgend verplicht onderwerp tekent zich af aan de PE-horizon…

 

Accountants en ICT, het blijft een moeizame relatie. Toen ik in de jaren ’80 voor mijn accountantsdiploma studeerde stond het onvolprezen boek van Brian Jenkins, Rod Perry en Peter Cooke, ‘An Audit Approach to Computers’ op de literatuurlijst. De wereld waarin accountants toen opereerden zag er heel anders uit dan nu. Het internet was net uitgevonden en nog maar voor een zeer select gezelschap beschikbaar. Computerprogramma’s werden nog gezellig met de hand in elkaar geknutseld en waren vooral gericht op het machinaal verwerken van journaalposten. Er waren geen mobiele telefoons, laat staan smartphones. Geen laptops, tablets, apps of hotspots en clouds waren nog gewoon van gecondenseerde waterdamp. Computers waren er wel. Enorme machines die met veel kabaal gegevens vastlegden op magneetkaarten of, al wat moderner, indrukwekkende apparaten met monochrome CRT-beeldschermen en grote schijven die, stand alone opgesteld in speciale ruimtes, vooral heel vaak niet wilden doen waarvoor ze waren aangeschaft.

Wij werkten met eenvoudige en eveneens stand alone desktops en heel hippe ‘portable PC’s’. Daarvan waren er 3 op kantoor beschikbaar, die bij toerbeurt gebruikt mochten worden door de 50 mensen van de controlepraktijk. De portables hadden de omvang en het gewicht van een volgepakte king-size Samsonite koffer, waarop het handvat om onverklaarbare redenen dwarsover, in gorillastand was gemonteerd. Om ermee te kunnen werken waren engelengeduld, een grondige kennis van DOS, een stapel 5,25″ floppy’s en een grote mate van stressbestendigheid noodzakelijk. We maakten vooral aantekeningen in een tekstverwerker en eenvoudige berekeningen in een spreadsheet.

 

Jenkins cs probeerden ons bij te brengen wat de automatisering van processen betekende voor de accountantscontrole. Daar waar wij gewend waren om alles na te kunnen rekenen en alle sporen van functiescheiding keurig terug te kunnen vinden in de vorm van blokstempels vol parafen, bleek dat bij verdergaande automatisering niet zo eenvoudig meer te zijn.

 

Maar omdat automatisering vooral moest bijdragen aan een efficiënte en betrouwbare informatieverzorging werden wel degelijk allerlei maatregelen (‘controls’) in en rond de systemen opgenomen. De kunst voor de accountant was om te begrijpen welke controls van belang waren voor zijn werkzaamheden en om vast te stellen of hij op die controls zou kunnen steunen. Niet om daar een verklaring of adviezen over af te geven, maar om na te gaan of betrouwbare stuurinformatie ook leidt tot betrouwbare verantwoordingsinformatie. Dat zou een boel (gegevensgericht) gevink kunnen schelen! Nou, dat een afsluitbare, droge en geklimatiseerde ruimte en dagelijkse backups belangrijke controls waren, dat wisten onze docenten ons wel uit te leggen. De kans dat je op het examen die enkele, oudere accountant met iets meer affiniteit met ICT zou treffen was verwaarloosbaar klein. Hoe goed Jenkins cs hun best ook deden, decennia lang werden accountants toch vooral blij gemaakt met het gegeven dat je ook best om de computer heen kon controleren. Voor de vorm besteedde je wat aandacht aan de ‘general controls’, dat was te overzien en daarover kon je ook nog quasi deskundig en vooral ernstig met je opdrachtgever praten. Werd de IT-omgeving een beetje complexer, dan liet je de IT auditor een rapportje uitbrengen over rammelend change management en gaten in de logische toegangsbeveiliging. Dat had uiteraard geen invloed op het oordeel over de jaarrekening, want daarvoor kon je nog steeds steunen op die paar parafen die wel ‘zichtbaar’ waren en gegevensgerichte deelwaarnemingen.

De tijden zijn veranderd. Mijn iPhone heeft meer rekencapaciteit, geheugen en een groter beeldscherm dan al die apparaten van toen bij elkaar, werkt intuïtief en kan alles behalve koffie zetten. Met zo’n high tech apparaat kan zelfs een accountant overweg, daar heeft hij geen IT auditor voor nodig. Het gaat hem zelfs zo goed af dat verschillende kantoren de mogelijkheden van BYOD verkennen. Wat maar niet wil veranderen is dat accountants ICT in het kader van de jaarrekeningcontrole vooral nog willen zien als (en ik chargeer) een black box waarin met – weliswaar geavanceerde en inmiddels al dan niet virtueel aan elkaar geknoopte – spreadsheets en tekstverwerkers de administratie wordt bijgehouden. ICT is anno 2012 echter onlosmakelijk met bedrijfsprocessen en de interne beheersing daarvan verbonden.

 

Verantwoordingsinformatie is nog steeds een afgeleide van stuurinformatie. ICT ontwikkelingen gaan al ruim 30 jaar sneller dan de ontwikkelingen in het accountantsberoep. De diversiteit en complexiteit van op ICT gebaseerde transacties en relaties, en dus ook de informatie daarover, neemt razendsnel toe. Als accountants geloofwaardig zekerheid willen blijven toevoegen aan informatie wordt het hoog tijd ICT prominent en langdurig op de vaktechnische agenda te plaatsen. Het initiatief van #TUACC, NBA, NOREA en SRA om te komen tot een controleaanpak waarin ICT is geïntegreerd, is een stap in de goede richting. Een verplichte PE-cursus zal het tij niet keren maar schudt een aantal collega’s misschien wakker. Wat in ieder geval geen kwaad kan is het afstoffen en opnieuw openslaan van ‘An Audit Approach to Computers’. Voordeel daarvan is dat het is geschreven in een taal die het beroep al meer dan 30 jaar spreekt.