Het uitvoeren van OKB’s bij diverse accountantskantoren -van groot naar klein- geeft een unieke inkijk in de keuken van controleteams. Natuurlijk is het zo dat een externe OKB soms bewust wordt ingezet op dossiers met verhoogde risico’s. En natuurlijk weten teams vooraf dat er over hun schouder zal worden meegekeken. Dit zou kunnen leiden tot aangepast gedrag. En toch………..als wij onze eigen stand-back uitvoeren en het geheel beschouwen, zien we geregeld dezelfde zaken terugkomen. In dit, en in het volgende blog, gaan we in op de top 6 van onze meest voorkomende bevindingen en geven we je -wellicht nog belangrijker- ook zes tips hoe je deze kunt voorkomen.
Bevinding 1: Beperkte kennis van de huishouding
Onze ervaring is dat controleteams vaak niet ècht weten wat er speelt bij hun klanten en hoe processen verlopen. Dit wordt echter, zeker in het kader van Standaard 315, wel van je verwacht. Het gevolg is dat accountants de risico’s heel generiek omschrijven. Want ja, als je niet precies weet wat er speelt bij je klant kun je het risico ook niet heel specifiek maken. Het gevaar is echter ook dat je door de beperkte kennis misschien wel signalen van fraude en ongebruikelijke transacties mist.
Tip 1: Plan bij iedere controleopdracht bewust meer tijd in voor kennis van de huishouding. Deze uren bespaar je zeker bij de uitvoeringsfase. En lees ook nog eens onze KritOnline over Standaard 315.
Bevinding 2: Onvoldoende uitvoering van klantacceptatie- en continuatie
De AFM heeft het in haar onderzoek ook al geconstateerd: de klant- en opdrachtacceptatie kan op bepaalde punten uitgebreider worden uitgevoerd. Het gaat dan vooral om integriteitsissues die niet of onvoldoende worden gedocumenteerd en de te beperkte tijd en capaciteit op de controleopdracht.
Tip 2: In hoofdstuk 2 van het AFM-rapport staan goede voorbeelden. Lees deze goed door en pas ze toe bij je klant.
Bevinding 3: Cijferanalyses niet volgens de standaard
De controlestandaard over gegevensgerichte cijferanalyse is niet heel lang, maar de uitvoering ervan blijkt in de praktijk toch vaak lastig. Als de gegevensgerichte cijferanalyse niet volgens de standaard is uitgevoerd kunnen de werkzaamheden wellicht dienen als richtinggevende cijferbeoordeling, maar zeker niet als controle-evidence. Waar gaat het dan mis? Allereerst bij het vooraf vaststellen van een duidelijke norm. Vaak zien we in dossiers de cijfers van het voorgaande jaar als norm of dat de norm pas na uitvoering van de werkzaamheden wordt vastgesteld. In beide gevallen is cijferanalyse als controlemiddel veel minder betrouwbaar.
Tip 3: Bepaal eerst de norm voordat je de cijferanalyse uitvoert. Alleen dan is cijferanalyse een betrouwbaar controlemiddel.
In het volgende blog lees je wat de volgende 3 meest voorkomende bevindingen zijn!
Ga vóór de start van de interim-controle van het nieuwe boekjaar eens na welke verbeterpunten je kunt aanbrengen bij je controleklant. Bespreek deze met je team. Want een hogere kwaliteit betekent in veel gevallen ook een hogere effectiviteit. En dat kunnen we goed gebruiken in tijden van personele krapte!
Meer weten?
Wil je in jouw organisatie direct aan de slag met deze verbeterpunten? Neem dan contact met ons op voor bijvoorbeeld een dossiercoaching op een eigen dossier.