Op het gevaar af dat ik u afschrik met deze inleiding geef ik toch hier alvast maar aan dat (ook) deze blog zal gaan over de professioneel-kritische instelling (“PKI”) van de accountant. Of beter gezegd, over de kritische instelling van de professional. Ongeacht of dat een – uiteraard m/v – accountant, huisarts, onderwijzer of brandweerman is.

 

De afgelopen jaren heb ik veel accountants mogen trainen in onderwerpen die te maken hebben met hun vaktechniek en kwaliteitszorg. De laatste tijd vooral vanuit het perspectief van de verplichte permanente educatie over PKI. In vrijwel alle PKI-trainingen komt de vraag aan de orde of en zo ja, waarom accountants hun werk kennelijk zo slecht doen dat deze training noodzakelijk is. Deze vraag is weliswaar relevant, maar zou mijns inziens niet gesteld en beantwoord hoeven worden als beter duidelijk werd gemaakt dat het geen strafexpeditie van de NBA betreft maar een bescheiden mogelijkheid om nuttige zelfkennis op te doen. Om inzicht te krijgen in de valkuilen waar elke professional in kan tuimelen en om van elkaar te leren om die valkuilen te vermijden. En om zodoende (nog) beter te voldoen aan de verwachtingen die het maatschappelijk verkeer heeft van hoe een professional te werk gaat.

 

De kern van de zaak is dat iedere professional vrij algemeen voorkomende menselijke eigenschappen heeft die zijn functioneren als professional beïnvloeden en daarnaast beschikt over unieke persoonlijke eigenschappen waarvoor dat evenzeer geldt. Voor accountants – maar niet alleen voor die beroepsgroep – geldt dat een aantal van die algemene en unieke eigenschappen, indien niet voldoende onderkend, kunnen leiden tot een hogere kans op het maken van fouten als professional. Voor een accountant betekent een professionele fout dat hij wordt geassocieerd met onbetrouwbare informatie, die wordt gebruikt bij het nemen van (bedrijfseconomische) beslissingen. Een paar voorbeelden van zulke eigenschappen zijn:

  • het overschatten van de eigen kennis en vaardigheden en het slecht kunnen verteren van kritiek (en daarmee niet willen leren van eigen fouten en die van beroepsgenoten);
  • de voorkeur om conflicten te voorkomen of uit de weg te gaan en daarmee een relatie niet onder druk te zetten of een belang veilig te stellen;
  • het onderschatten van de invloed van vertrouwdheid en vertrouwen op de eigen oordeelsvorming;
  • het (algemene) onvermogen om kansen goed in te schatten omdat we worden afgeleid door de (on)aantrekkelijkheid of (on)voorstelbaarheid van een gebeurtenis;
  • het ‘ankeren’ van een oordeel op informatie waarvan je de betrouwbaarheid niet hebt vastgesteld, maar die aannemelijk lijkt of die je emotioneel beïnvloedt;
  • het te veel waarde hechten aan uitspraken en voorspellingen door (veronderstelde) deskundigen, zonder vast te stellen wat er van eerdere uitspraken en voorspellingen is uitgekomen;
  • de drang om in onbekende of onduidelijke situaties tot actie over te gaan in plaats van die actie uit te stellen;
  • het onvermogen om feiten te interpreteren los van het verhaal waarin deze worden gepresenteerd;
  • de invloed van groepsgedrag en het niet willen afwijken van de consensus; en
  • de beïnvloeding door bepaalde, opvallende informatie op basis waarvan we het totale beeld verder in- of aanvullen.

 

Deze en andere, voor accountants onhandige menselijke eigenschappen zijn en worden veel onderzocht en hebben in een aantal gevallen mooie namen gekregen, zoals ‘framing’, ‘bias’, ‘halo-effect’ of ‘conjunction-fallacy’. Oplettende lezers van ‘De Accountant’ zal dat, in relatie tot de aandacht die wordt besteed aan PKI, niet zijn ontgaan. In een aantal gevallen richten deze onderzoeken zich ook specifiek op de betekenis van dergelijke eigenschappen voor de beroepsuitoefening door accountants. Juist omdat van accountants wordt verwacht dat zij in staat zijn om deskundig en zorgvuldig tot een objectief, op feiten gebaseerd oordeel te komen over door hen onderzochte informatie.

 

Door middel van eenvoudige testjes is de aanwezigheid van deze eigenschappen al snel aantoonbaar. De neiging om daarop te reageren met opmerkingen als ‘maar dit is geen klantsituatie’, ‘in werkelijkheid zou ik beter nagedacht hebben’ of ‘ik speel mee om het experiment te laten slagen’ is – ook in PKI-cursusgroepen – bijna niet te onderdrukken. Zeker niet door accountants die zich daarbij weliswaar kritisch, maar allesbehalve professioneel gedragen. Gelukkig is die categorie in de minderheid en blijkt dat de meerderheid van de deelnemers begrijpt dat je – zelfs als doorgewinterde accountant-professional – vatbaar bent voor deze invloeden op je denken, beslissen en handelen. Invloeden die zich onder andere dan professionele omstandigheden net zo goed voordoen en dan niet de potentieel schadelijke gevolgen zullen hebben op het functioneren als professional maar ‘hooguit’ op je eigen welbevinden, sociale status en misschien zelfs je gezondheid.

 

De door de NBA verplicht gestelde trainingen over PKI en beroepsethiek zijn niet bedoeld om de onkunde van accountants duidelijk te maken, maar bieden accountants een prachtige gelegenheid om op een veilige en vertrouwde manier met elkaar van gedachten te wisselen over en te oefenen met professionele dilemma’s, oordeelsvorming en gedrag. Om elkaar als professionals uit te dagen maar vooral ook te helpen. En om te ontdekken waarom het belangrijk is om te beseffen dat je als accountant ‘ook maar een mens bent’. Van onkunde is pas sprake als je dit negeert.

 

Voor wie meer wil lezen over dit onderwerp zijn publicaties van bijvoorbeeld Urjan Claasen, Nassim Nicholas Taleb, Olof Bik, Luc Quadackers en Rolf Dobelli aan te raden.