De Werkgroep Fraude van de NBA heeft een ambitieuze fraudeagenda opgesteld. De fraudeagenda geeft accountants pijlers om nog betere invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid voor het ontdekken van fraude. Maar is dit genoeg? Of kunnen de prestaties nog beter? Ja, is ons antwoord. We behandelen drie concrete punten om de fraudeagenda te versterken.

  1. Versterk de positie van fraude in de (permanente) educatie

Fraude is versnipperd opgenomen in de theoretische accountantsopleiding. Ook in de praktijkopleiding neemt fraude een beperkte plaats in. Fraudedetectie is echter een belangrijke verantwoordelijkheid van het beroep en zou daarom een veel zwaarder gewicht moeten krijgen in de opleiding. Dit kan door fraude als ‘stream’ op te nemen in de theoretische opleiding en trainees van de praktijkopleiding te verplichten het onderwerp te behandelen in bijvoorbeeld de semesterverslagen.

Om de kennis en prestaties van accountants op het gebied van fraude te borgen, adviseren wij accountantsorganisaties een meerjarig opleidingsplan op te stellen, zodat de ‘fraudeneuronen’ blijvend worden geactiveerd na het voltooien van de opleiding.

  1. Investeer in fraudedeskundigheid

De Commissie Toekomst Accountancysector heeft aangegeven dat bij de controle de inzet van forensische expertise in alle fasen van het controleproces noodzakelijk is. Dit vinden wij niet realistisch. Het aantal fraude-experts is daarvoor simpelweg ontoereikend. Ook is de expertstatus in veel gevallen niet nodig. Zet forensische expertise dus niet standaard in. Alleen in complexe gevallen is forensische expertise nodig.

Praktischer en even effectief is volgens ons een proportionele inzet van fraudedeskundigheid in het controleteam. Daarom adviseren wij accountantsorganisaties een select aantal medewerkers op te leiden tot fraudedeskundige. Dus geen expert, maar wel accountants die affiniteit en feeling hebben met het onderwerp en door gerichte (permanente) training de benodigde deskundigheid kunnen toevoegen.

  1. Rapporteer bevindingen alleen in concrete gevallen

Accountants moeten vanaf boekjaar 2021 de werkzaamheden en bevindingen met betrekking tot frauderisico’s opnemen in de controleverklaring. De doelstelling hiervan is een betere communicatie. Dit leidt echter tot een onwenselijk effect. Want door deze transparantie spelen we de ‘fraudeur’ in de kaart: we geven namelijk inzicht in de manier waarop frauderisico’s (niet) worden beheerst.

Ook leidt deze verplichting snel tot standaardteksten met beperkte informatiewaarde voor de gebruiker van de jaarrekening. Naar onze mening is rapportering alleen noodzakelijk als sprake is van een kernpunt in de controle, in concrete gevallen van (een vermoeden) van fraude én wanneer het bestuursverslag onjuiste beweringen bevat over de frauderisicobeheersing van de gecontroleerde entiteit.

Meer weten over fraude in de permanente educatie of de fraudeleergang voor fraudedeskundigen? Neem dan contact op met onze forensisch accountant Joeri Frietman!

Kriton adviseert niet alleen bij prestatieverbetering binnen jouw organisatie, maar we ondersteunen ook om de prestaties van het beroep te bevorderen. Dit blog is ontleend aan het artikel dat wij publiceerden op Accountant.nl ‘Fraudeagenda mag nog concreter’.