In het vorige blog hebben we de Europese verslaggevingsstandaarden voor duurzaamheidsrapportering, de ESRS (European Sustainability Reporting Standards) in hoofdlijnen geschetst. De ESRS bestaan uit twee algemene standaarden (ESRS 1 en ESRS 2) en tien standaarden die zijn verdeeld over de onderwerpen Environment, Social en Governance (ESG). Ondernemingen moeten in alle gevallen rapporteren over de algemene vereisten ESRS 1 en ESRS 2. Op basis van de dubbele materialiteit bepaalt de onderneming van welke andere standaarden ook toelichtingen aan bod moeten komen in het duurzaamheidsverslag. Maar welke onderwerpen beschrijven de ESRS en hoe bepaal je wat je over materiële onderwerpen moet rapporteren? In dit blog gaan we op deze vragen in.

Standaarden per ESG-categorie

Voor elke ESG-categorie zijn een of meerdere standaarden met daarin de openbaarmakingsvereisten: 5 standaarden over Environment, 4 standaarden over Social en 1 standaard over Governance.

Deze vereisten gaan in op de strategie, implementatie en prestatiemaatstaven per duurzaamheidsthema. Iedere standaard volgt een vaste opbouw die lijkt op de structuur van de verslaggevingsrichtlijnen van de RJ(k):

  1. Doel van de standaard
  2. Toelichtingsvereisten
  3. Toepassingsvereisten

De toepassingsvereisten geven nadere duiding bij de toelichtingsvereisten en bevatten veel voorbeelden. Vooral deze voorbeelden zijn behulpzaam bij het opstellen van het duurzaamheidsverslag. Hieronder hebben we het voorbeeld van een toelichting over het energieverbruik opgenomen. Maar zo zijn er ook andere voorbeelden over het aantal FTE’s en de trainingsuren op het gebied van anti-corruptie en omkoping.

(bron: ESRS E1 Climate change)

Van materiële duurzaamheidsonderwerpen naar rapportage

Met behulp van de dubbele materialiteitsanalyse kom je tot een lijst van materiële onderwerpen. Deze onderwerpen probeer je te koppelen aan de onderwerpen die in de ESRS staan. Als het materiële onderwerp een-op-een overeenkomt met de ESRS, dan bepaal je welke onderdelen van de standaard relevant zijn én de toelichtingsvereisten.

Voor een afvalverbrandingsinstallatie is bijvoorbeeld het onderwerp verontreiniging (E2) materieel. Dat betekent niet dat alle toelichtingsvereisten van deze standaard relevant zijn. Je richt de toelichting alleen op de vervuilende stoffen die voortkomen uit het productieproces. Over andere vervuilende stoffen hoef je dan niet te rapporteren.

Het is ook mogelijk dat een onderwerp materieel is, maar dat dit onderwerp nog niet terugkomt in de ESRS. Dat betekent niet dat je hier niet over hoeft te rapporteren. Je zoekt in dat geval aansluiting bij andere standaarden, zoals de standaarden van de Global Reporting Initiative (GRI), om relevante prestatiemaatstaven te bepalen. Op basis hiervan bepaal je de benodigde toelichtingen.

De volgende stappen

De nu uitgebrachte standaarden zijn voor alle ondernemingen van toepassing. De EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) gaat nu aan de slag met het ontwikkelen van sectorspecifieke standaarden. De planning is om deze standaarden uiterlijk 30 juni 2024 gereed te hebben. Het gaat dan om standaarden voor sectoren, zoals olie en gas, transport, landbouw en textiel. Deze standaarden moeten toegepast worden door organisaties die in deze sectoren werkzaam zijn.

De implementatie van de ESRS is een aanzienlijke uitdaging voor organisaties die vallen onder de rapportageverplichting. Gelukkig zijn er heel veel goede voorbeelden van duurzaamheidsverslaggeving beschikbaar. Maak dan ook gebruik van de al bestaande kennis en ervaring. Zo gaan we van duurzame rapportering naar duurzame verandering!

Leer van ondernemingen die al duurzaamheidsverslagen uitbrengen. Op deze manier hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden.

Meer weten?

Lees dan eens het duurzaamheidsverslag van bijvoorbeeld Randstad of Philips. Het verslag van Randstad geeft een mooie inkijk in de S van sociaal, die van Philips gaat voor een belangrijk deel over het milieu en klimaat (de E van environment).